Boter kaas en eieren
Boter kaas en eieren is een oud Hollands spelletje dat tot rond 1942 ook wel boter kaas en melk heette, precies de basisproducten van de lokale coöperatieve zuivelfabriek “Ons Belang” in Vriezenveen. De fabriek is in 1893 gestart op initiatief van Gerrit de Lange van de firma “De Lange & Jonker”, met 1 directeur en 3 knechten aan te Almeloseweg 47, te bereiken via telefoon nummer 6, e-mail was er nog niet.
Voor een agrarisch dorp dat Vriezenveen de eerste helft van de 20-ste eeuw nog was, was een lokale melkfabriek erg belangrijk om de veehouderij op een hoger peil te brengen. De fabriek gaf de aanzet tot stalverbeteringen, melkcontrole, etc. De oude potstallen waar koeien tot aan de knieën in de drek stonden verdwenen en de melkwinning werd veel hygiënischer.
De fabriek startte als boterfabriek en had in 1899 al 460 melkleveranciers. Om de melkvoorziening ook aan particulieren via de fabriek te kunnen regelen moesten in 1922 de statuten zo worden aangepast dat alle melk verplicht aan de fabriek geleverd werd. Dat lukte pas na twee rumoerige ledenvergaderingen.
In 1951 werd het kaasbedrijf toegevoegd en later werd ook melkpoeder gemaakt. Schoolkinderen die langskwamen vroegen soms “he-j nog melkpoeder?” en kregen dan een handvol. Ze vonden dat lekker.
Na al die uitbreidingen werd de fabriek gezichtsbepalend bij de binnenkomst van Vriezenveen vanuit Almelo. De aanwezigheid van de fabriek maakte ook het zuivelproces zeer zichtbaar. Als je opgroeit in Amsterdam krijg je de indruk dat Albert Hein de melk produceert.
In Vriezenveen zag je dat boeren ‘s morgens de volle melkbussen met de fietskar of de platte kruiwagen aan de dorpsstraat zetten, waarna ze werden opgehaald en naar de fabriek gebracht. De melk kwam dus (via de fabriek) van de boer. Ook niet onbelangrijk, iedere boer kreeg dagelijks zijn eigen melkbussen terug, met het melkgeld onder de greep van de deksel. Het waren meestal de vrouwen die de bussen weer schoonmaakten voor de volgende dag.
Vanuit de fabriek werd vervolgens de melk los of in flessen met de melkkar uitgevent. ’s Avonds bleef de kar bij de fabriek staan en ging het paard mee naar huis.
In 1969 werd de zelfstandige zuivelfabriek onderdeel van Coberco. In 1986 werd de fabriek gesloten en het jaar daarop afgebroken. Nu staat er Wildkamp, technische groothandel.
De oude zuivelfabriek bestaat echter nog op film. Het Historisch Museum kan een aantal filmfragmenten van werkzaamheden in en rond de oude fabriek laten zien, waaronder het kazen gooien. Dat was een apart vak. Van bovenuit de fabriek naar de vrachtwagen eronder voor verdere distributie.